Verhalen van een levenswerk in de Rotterdamse haven door John Koks
DE KRAAN
Zoals bij elke cursus kregen wij eerst theorie en werden we voorgesteld aan onze instructeur, menno nors stil man van weinig woorden. Hij hield ook niet van theorie dus hij stelde voor om de tweede taak alvast een kijkje op de kraan te nemen.
Zo gezegd zo gedaan en de tweede taak stonden wij onder aan de kraan te wachten op de lift, tenminste dat dachten wij maar helaas menno ging met de lift wij mochten met de trap want in geval van nood moesten we dat ook kunnen vinden, wat een slap gelul zeg, maar hij had een lol en wij waren bekaf.
Eenmaal boven werd er het een en ander uitgelegd over hoe alles genoemd werd, zoals bijvoorbeeld “een cat” daar zit de kraanmeester in en de cat beweegt zich onder de klap, “de klap” …… en dat ging een tijdje zo door tot het punt veiligheid aan de orde kwam, denken jullie dat de cat zomaar van de klap af kan vallen op het eind? Nou wij dachten van niet en menno beaamde dat, stap maar in de cat dan zal ik het laten zien.
Kijk je kan vooruit en achteruit als eerste gaan we volle snelheid naar voren en als het goed is stopt hij dan vanzelf behalve bij kraan 7 geloof ik kan ook 8 zijn daar moeten ze de zekering nog in zetten maar dat merk je vanzelf.
Ik meende mij te herinneren toen wij naar boven liepen dat ik 2 maal een grote 7 had zien staan, het zal toch niet waar zijn, ik had het niet meer en daar gingen we volle snelheid naar voren en menno nog lachend roepen hou je goed vast voor als de zekering er niet in zit.
Gelukkig hield ik mij erg goed vast want de kraan begon ineens uit zichzelf best vrij hard te remmen tegen het einde van de klap dus geen plons maar het heeft mij geen goed gedaan het zweet stond op mijn rug.
Menno had het heel goed naar zijn zin, weer 2 sukkels bang gemaakt.
Wie gaat er mee de klap op even buiten kijken, nou moet dat vroeg ik van mij hoeft het niet, je moet dan naar boven klimmen en overal die ijzeren rekken waar je door naar beneden kan kijken nee geef mijn stukje maar aan fikkie, het hondje van de pyromaan, ik blijf wel hier.
Hoogtevrees is iets aparts, verstandelijk weet je dat de kraan echt niet zo vlug zal omvallen maar geestelijk is het eerste wat de kraan doet als jij boven bent omvallen, hierdoor werden de kranen in mijn optiek ook steeds hoger en hoger, slapen deed ik al helemaal niet meer, nee het was geen succes.
Dag 21 van de opleiding we gingen daadwerkelijk op een boot laden en lossen, ik nam het voortouw en zei ik begin wel. Ineens hoor ik door de portofoon ja hijsen maar ik sta. Ik sta? Wat ik sta, ik kijk naar beneden en daar staat iemand op de spreader met een dienblad
Vol koffie voor de jongens aan boord.
Ik zal het nooit vergeten, ik liet de knuppel van de kraan los keek naar menno en zei ik stop, hier begin ik niet aan dan maar de zak maar dit wil ik niet op mijn geweten hebben.
Het enige wat menno zei was, ik vind nog dat je het lang uitgehouden heb met hoogtevrees dat herkende ik de eerste dag al maar echt bewondering dat je het zolang geprobeerd heb.
Ik ben naar beneden gegaan en heb mij afgemeld en de volgende dag mocht ik thuis blijven en daar was ik wel erg blij mee.
Daarna personeelszaken en allerlei goed bedoelde acties van anderen maar dat had niet zoveel zin dus eerst maar even op de d.s.l. radioman wal en eventueel tuckmaster.
Tussendoor kreeg ik nog een paar dagen opleiding f.t.f. dat is een grote tuckmaster met 5 chassis erachter die netjes met de bochten meegaan meestal.
De eerste dag gingen we rijden en een beetje de routes die er voor de f.t.f. gemaakt waren te verkennen.
Ik zat ook op volleybal en daar moet je best een beetje snelle reactie tijd voor hebben om die ballen te pakken, ik vertel dit voor het volgende stukje.
Mijn instructeur op de f.t.f. was een klein ventje beetje mollig had zo met de 7 dwergjes mee kunnen doen en was altijd in voor een grapje, maar dat heeft hem behoorlijk wat hoofdpijn en gelach gekost.
Wij reden midden over de kade en zowel links,rechts en voor ons was de eerste 2 kilometer niets te zien maar aangezien onze grappenmaker leuk wilde doen gilde hij ineens heel hard kijk uit en binnen een tiende van een tel stond ik boven op de rem met als resultaat een door de truck slingerende instructeur die deze reactie totaal niet had verwacht.
Ik zie hem nog staan een turf hoog bloedneus, tand door zijn lip en diverse blauwe plekken en een zere knie.
Eenmaal in de kantine was het nieuws al doorgesijpeld en ze stonden allemaal te lachen, hopen dat je nog een keer nadenkt voordat je weer iemand in de zeik wilt nemen, ha ha .
Dus bovenop alle fysieke schade was zijn ego ook nog geknakt.
Eenmaal weer terug op de d.s.l. in mijn eigen spil zitten we wat te praten over wat er allemaal gebeurd is komt er een collega naar mij toe en zegt tegen mij, waarom ga je niet naar de bedrijfsarts van de e.c.t. ? maar wat moet ik daar doen dan vraag ik, gewoon vertel wat je net verteld heb en dan gaat het balletje vanzelf wel rollen hoor dit is voor jou niet fijn en voor de e.c.t. ook niet.
Wie niet waagt wie niet wint dacht ik en een afspraak gemaakt met de bedrijfsarts, wat een hele aardige man was, in mijn beleving en soort opa figuur die iedereen graag wilde helpen.
Nou zei de bedrijfsarts vertel het maar wat is er aan de hand, je zit niet in de ziektewet dus dat is het niet.
Ik heb het hele verhaal verteld en na een seconde of tien zegt hij, we kunnen twee dingen doen, we starten een behandeling bij psychiatrie of je gaat naar de balie bij het g.a.d., als ik mag kiezen wil ik graag naar de balie als dat kan, achteraf na al die jaren bij het g.a.d. denk ik dat de psychiatrie en de balie niet ver van elkaar af zitten.