Verhalen van een levenswerk in de Rotterdamse haven door John Koks
10 JUNI 1987
10 juni 1987, deze datum veranderde veel voor mij.
Om zes uur present en, achteraf gezien, ging alles toen ook al op de kramer manier, even voorstellen en dan naar de werkplek, stelt niets voor iedereen kan het.
06:15 uur einde inwerk periode en vol aan de bak de Rotterdamse instelling niet zeuren maar poetsen.
Stukje bij beetje werd er bijgebracht hoe alles werkte maar ik begreep wel dat het allemaal wat rauw en ruw toeging maar dat de meeste hun hart op de juiste plaats hadden.
In het begin was het lastig maar met dat de tijd vorderde ging ik mijzelf steeds meer aanpassen aan het ruige gedrag van mijn collega’s.
Alleen niet aan de praktijken van sommige mensen, wij moesten, als er lege containers terugkwamen, deze nakijken op schade.
Geen probleem zou men denken, niets was minder waar want er werd van ons verwacht dat wij bij inleveren van lege acl containers in ieder geval 200 gulden schade zouden noteren want zo was de redenering van onze leidinggevende, wij hebben 200 gulden vrij repareren dus dat moeten wij dan wel meepakken.
Ook als er geen schade op zit vroeg ik? Ja natuurlijk dat is onze winst.
Op het moment dat ik vertelde dat ik daar niet aan meewerkte voelde ik eigenlijk de bui al hangen maar deed net of ik gek was.
1 maand voordat mijn contract afliep nog gevraagd of iedereen tevreden was en kreeg daar alleen maar positieve reacties op, er was er slechts een die mij niet wilde hebben en u raad het al dat was degene die over de lege acl containers ging.
Op de dag dat sinterklaas jarig was kreeg ik een brief van kramer dat ze toch niet verder met mij wilde en dit alles zonder rede.
Ik heb een afspraak gemaakt met de directeur en hem precies verteld hoe de vork in de steel zat, gelukkig geholpen door diverse collega’s en van een van de grootste klanten van tank containers die ze toen hadden waardoor het voor mij goed afliep, helaas voor de ander niet zo goed die kon met een reprimande een week onbetaald thuis zitten en kreeg een andere baan binnen het bedrijf.
Zelf was ik trots op mijzelf dat ik aardig van mij afgebeten had en dat wilde ik meer doen.
Ik kan mij nog herinneren dat er best veel geplaagd werd maar gelukkig kon ik daar goed tegen maar er waren ook collega’s die het raar vonden dat ik dat allemaal accepteerde, een van die collega’s, een best wel gespierde jonge gozer, probeerde mij een beetje uit met doe eens wat terug, pik het niet en nog meer van die termen.
Op een gegeven moment geeft hij mij een elleboogje in mijn maagstreek dus ik dacht nu of nooit en gaf hem gelijk een beuk terug. Dat had ik beter niet kunnen doen, hij begon te lachen en zei dat ik wel moest opletten tegen wie ik het deed dit allemaal gevolgd door een duw richting deur naar buiten toe.
En buiten daar lag ik dan ook met deur en al stierf van de pijn maar dat liet ik niet merken natuurlijk.
En een lol dat ze hadden, nou ik niet hoor.
Een maand later werd ik gevraagd om op de afdeling van henk t. te komen werken als werkvoorbereider lading.
Op deze afdeling werden alle laadlijsten gemaakt en doorgespeeld aan de operatie.
Dit hield in dat je veel contact met de balie had maar ook veel contact met klanten en douane en in wat mindere mate met onze stuffloods.
In het contact met de douane was ik nieuw en leergierig, je moest er tenslotte wel mee samenwerken.
Dat samenwerken ging best wel goed als er tenminste op vrijdag bier was om het weekend in te luiden.
Onze vaste ambtenaar vond dat wel erg belangrijk en dat maakte zijn werk ook wat beter te verdragen denk ik.
Maar als er bier was kon je lezen en schrijven met hem, de eerlijkheid gebied mij om te zeggen dat, als er geen bier was, er ook goed viel samen te werken met onze douane ambtenaren.
Ik zat al een maandje of twee op deze afdeling toen mijn collega vroeg of ik een monster zonder waarde naar de sectie wilde brengen, naar mijnheer guus p.
Ja dat is goed geen probleem, maar alleen aan hem persoonlijk aan niemand anders.
Zo gezegd zo gedaan en eenmaal op de douane sectie aangekomen ging ik op zoek naar guus p. en dat viel niet mee.
Na een kwartiertje rondgesnuffeld te hebben kwam er een allervriendelijkste douane ambtenaar naar mij toe (geen strepen alleen balken) kan ik u ergens mee helpen? Vroeg hij.
Ik zoek de heer guus p. weet u waar hij zit ik heb een pakketje voor hem.
Ja die ken ik wel antwoordde hij zal ik het afgeven aan hem?
Sorry maar ik moet het persoonlijk aan hem overhandigen.
De hoge ambtenaar snapt het en gaat mij voor naar het kantoor van guus p. en u raad het al deze schrok zich het ………
In het bijzijn van de douane ambtenaar met balken begin ik tegen guus p. mijn verhaal te doen over een monster zonder waarde wat ik aan hem persoonlijk moest overhandigen en ik gaf hem de best wel vrij dikke en zware envelope, die dus gelijk scheurt en de inhoud blootgaf. 4 blikjes oranjeboom bier, het gezicht van de douane man met balken versprong van kleur, hij zei niets liep weg en liet mij met guus p. achter.
Ik was in die tijd nogal naïef dus ik gaf guus p. een hand en ging terug naar kramer.
Waarschijnlijk halverwege mijn terugreis was de pleuris al uitgebroken want eenmaal op mijn werkplek keek iedereen bedompt en treurig naar mij en de collega die mij gevraagd had dit te doen zag ik niet meer.
Voor de schijn kreeg hij een dag kuieren (onbetaald verlof) maar iedereen wist heel goed wat er speelde en ik ook toen.
Om nu te zeggen dat ik naïef was of onwetend,……..ja best wel eigenlijk.
Ik kan mij herinneren dat ik aan de balie van de douane stond met een lading ed61 documenten, eigenlijk alleen voor de statistiek toendertijd, maar die moesten wel getekend zijn door iemand die vanuit het bedrijf tekenbevoegdheid had.
U raad het al dat had ik dus zeker niet.
Kortom ik stond aan de balie en de douane ambtenaar nam alles aan om te gaan verwwerken.
Binnen een paar minuten was hij terug, mijnheer deze documenten zijn niet getekend dus die kan ik ook niet in behandeling nemen. En dat was dan ook echt punt.
Ja, ok, heeft u een pen voor mij dan?
Natuurlijk en hij gaf mij een pen gesubsidieerd door de overheid.
Ik in al mijn onschuld begin aan het tekenen van deze documenten, niet met mijn normale handtekening natuurlijk maar met een of andere krabbel waar je niets uit kan halen.
De ambtenaar in functie vraagt mij nog of ik tekenbevoegd ben maar ik kijk hem aan alsof ik water zie branden.
Gelukkig was deze ambtenaar een persoon die de haven groot gemaakt heeft en sist tussen zijn tanden door ”doe dit nooit meer want dat mag helemaal niet, je komt zeker van kramer.
Later heeft hij mij alles uitgelegd maar toen dacht ik echt dat ik in een soap terecht gekomen was, maar achteraf wel erg leuk.
Er waren ook minder leuke dingen, zo had onze chef een slaapstoornis, iets met snurken en overslaande ademhaling allemaal best wel eng en vervelend.
Juist doordat hij zo weinig sliep kon het wel eens gebeuren, elke dag dus, dat de slaap en vermoeidheid toesloegen.
Dit wist hij zelf ook en als hij het aan voelde komen legde hij zijn hand boven een (ouderwets) rekenmachine zodat wanneer hij een beetje weg sukkelde zijn hand op het rekenmachine kwam en er een geluid uit hoorbaar werd, waarvan hij dan weer wakker schoot.
Wij hadden daar onderling best lang over na moeten denken om hem een keer flink te pakken maar dat viel niet mee, tot op een gegeven moment ik opperde om het rekenmachine aan het snoer weg te trekken zodat zijn hand op het bureau kwam en niet op het rekenmachine.
Het duurde nog geen dag, lekker zonnetje, graadje of 23 dus een mooie gelegenheid om in slaap te vallen en inderdaad om een uurtje of twee ging het rekenmachine richting hand en werden de ogen zwaar.
Wij hebben hem een keer zijn hand op het rekenmachine laten vallen en daarna rustig afgewacht totdat zijn ogen weer zwaar werden.
Langzaam maar kordaat trokken wij het rekenmachine aan het snoer naar achteren ver bij zijn hand vandaan.
Vijf minuten later was hij in een diepe slaap en zijn hand lag stil op het bureau, dit was het moment om in actie te komen.
Ik pakte de dikste ordner die er was en hief hem een meter boven mijn hoofd om hem daarna met een gigantische klap op het bureau te laten vallen.
Hij schrok zichzelf de pleu….. een hoedje dus, en geloof het of niet ik denk dat hij de eerste 3 dagen niet meer geslapen heeft.
Hij viel van zijn stoel op de grond en zag zo wit dat wij dachten dat hij een spook was geworden.
Het enige wat hij stamelde was: ik geloof dat ik een wegtrekkertje had.
Dat had hij zeker en wel elke dag.